Wereldoorlog 2 in België
Route 1 : De Britten in de Slag om de Ardennen
De inbreng van de Britse troepen zou nooit de omvang van de inspanningen van het Amerikaanse leger benaderen, wat premier Winston Churchill overigens zelf toegaf. Toch was de Britse bijdragen, weliswaar beperkt in tijd en aantal manschappen, van grote invloed en niet te verwaarlozen. Dat kwam in grote mate door de stempel dat Maarschalk Montgomery drukte op de hele operatie.
Op 20 december 1944 gaf Montgomery aan het 30ste Britse Korps dat onder Generaal Horrocks opereerde het bevel om Nederland te verlaten en op te trekken naar de gevechtszone in de Ardennen. Vanaf 22 december zouden de 51ste Highland Division, de 53ste Welsh Division en de Armoured Brigades defensieve stellingen innemen tussen Maastricht en Givet om elke poging van de Duitse troepen om de Maas over te steken te verijdelen. De 6de Airborne Division, op dat ogenblik op rust in Engeland, kreeg het bevel om zich naar de Ardennen te haasten.
Gerard aan de Tank Destroyer "Northampton" van het Britse Type "Achilles" van La Roche-en-Ardenne (2007-04-22).
Op 3 januari 1945, in de koude en sneeuw, op de as Tellin - Rochefort – Hotton, voerde het 30ste Britse Korps aanvallen uit binnen het kader van het geallieerde tegenoffensief. Daarop namen achtereenvolgens ook de 6de Airborne Division, de 53ste Welsh Division en de 51ste Highland Division, gesteund door pantsereenheden, deel aan de gevechten. De 43ste Wessex Division werd in reserve gehouden.
Op 16 januari waren de doelstellingen bereikt en Maarschalk Montgomery besliste om de eenheden van het 30ste Britse Korps uit de Ardennen weg te trekken en terug te sturen naar Nederland om zich klaar te maken voor het sinds lang geplande offensief richting Duitsland, met oversteek van de Rijn.
1. Florennes
Op weg naar de Ardennen kwam het 1ste Northhamptonshire Yeomanry op 25 december aan in Florennes en werd er enkele dagen ingekwartierd in de gebouwen van het vliegveld, om daarna op te trekken en de troepen te ondersteunen die betrokken waren bij het tegenoffensief.
Het betreffende vliegveld werd in 1942 aangelegd door de Luftwaffe en in 1944 door de Amerikaanse troepen bevrijd. Het werd gebruikt door de Fighting en Bomber Groups van de U.S.A.A.F.
Op het terrein van het vliegveld bevindt zich een museum waar een Spitfire Mk XIV uit 1944 te zien is, evenals diverse toestellen die kenmerkend zijn voor de ontwikkeling van de Belgische Luchtmacht. Verder vindt men er talrijke vitrines met foto’s documenten, vlieguitrusting, schaalmodellen en allerlei herinneringen. Het museum roept tevens de geschiedenis van dit vliegveld op, en die van de eskaders die er gestationeerd waren.
Florennes - Spitfire (2007-08-08).
2. Dinant
Op de avond van 23 december, aan de voet van de Bayard rots, forceerde een jeep met Duitsers in Amerikaanse uniformen een wegcontrole om daarna terecht te komen in een cordon mijnen dat door de Engelse aangebracht was om de toegang tot de stad en tot de brug over de Maas te bewaken.
De gedenktsteen is jammer in heel slechte staat jammer dat hij niet beter is onderhouden maar de tekst hebben we onder aan de foto erbij gezet.
Gedenksteen die het uiterste punt aanduidt tot waar het Duitse offensief is geraakt, en herdenkt tevens dat zij nergens de Maas hebben kunnen overstekeken. (Aan de voet van de Bayard rots). Opschrift : Hier liepen de extreme voohoeden van de Duitsers vast op 24-12-1944. (2007-04-22)
3. Celles
Op 24 december reed ter hoogte van het kruispunt van Celles het eerste pantser van een colonne van de 2de Panzer op een landmijn en kwam tot stilstand. De commandant van de colonne dacht dat alle wegen naar Dinant met mijnen bezaaid waren, en gaf aan zijn colonne het bevel om door de velden te rijden. Gebrek aan brandstof en munitie belette hun vooruitgang, en verhinderde dat ze veel konden uitrichten. Tenslotte werden ze ontdekt en in de tang genomen door Britse pantsers van het 3de Royal Tank Regiment en een eenheid van de Amerikaanse 2de Armored, en ook nog bestookt door geallieerde jagers/bommenwerpers.
Pantser van de 2de Panzer op enkele meters waar de ontploffing plaatsvond herinnert aan het feit dat de Duitse doorsteek definitief tot stilstand kwam in Celles (Kruispunt Celles). (2007-04-22).
Op tweede kerstdag werd de Duitse Pantsercolonne totaal vernietigd en de Duitse Weerstandskern van Celles – Foy-Notre-Dame flink gereduceerd. Hierdoor mislukte de aanval van het 5de pantserleger van Hasso von Manteuffel. De Duitsers slaagden er niet in om de Maas over te steken en zouden nooit de Antwerpse haven bereiken.
4. Rochefort
Op 23 december botste de Panzer Lehr op het 335ste Infantry Regiment van de 84ste Infantry. De belaagde Amerikanen kregen het bevel om terug te plooien en slaagden erin om de omsingeling te doorbreken.
.
Herdenkingsmonument opgedragen aan de Canadese para's die de stad bevrijdden en Gedenkplaat voor de 50 ste verjaardag van de Slag om de Ardennen in 1944. (2007-04-22).
Op 3 januari 1945 trokken de para’s van het 1st Canadian Parachute Battalion van de 6de British Airborne de Stad binnen, ruimde de nesten van het Duitse verzet op en organiseerden verkenningspatrouilles in de omgeving van Rochefort. Ze installeerden een batterij artillerie ter hoogte van feodaal kasteel en vervolgden daarop hun weg naar Marche-en-Famenne.
Monument ter ere van de gesneuvelden van de twee oorlogen (2007-04-22).
5. Bure
Bij de zonsopgang van 3 januari 1945, een koude en besneeuwde ochtend, verliet het 13de Battalion Parachute Regiment van de 6de British Airborne Resteigne te voet in de richting van Bure, dat door de Duitsers bezet was. Om 1.00 uur ’s middags werd de aanval ingezet vanaf de bosrand hoog boven het dorp. Zodra ze het bos verlieten werden de para’s geplaagd door aanhoudend vuur van mitrailleurs, mortieren en van een Panther tank. Ondanks alles zetten de Britse para’s hun aanval verder tot ze de eerste huizen bereikten, om daarna van huis tot huis verder te gaan.
Gedenksteen in de vorm van een grafsteen die herinnert aan de 61 para's die het leven lieten bij de bevrijding van Bure (2007-04-22).
Na drie dagen van bittere gevechten, soms lijf aan lijf, en ten koste van zware verliezen, maakte de para’s zich meester van het dorp. Bure was bevrijd. Nog dezelfde avond kregen de Britten het bevel om het dorp te verlaten en verder te gaan.
Gedenkplaat voor de 6 de British Airborne Division, aan de kerk (2007-04-22).
De para’s van de 6de British Airborne zouden verder nog Wavreille, Grupont, Jemelle, On, Hargimont, Nassogne, Amberloup, Ambly, Marloie, Waha, en Roy bevrijden.
Dit is de woning die diende als medische hulppost voor de Britse para's (Rue Tellin 42) (2007-04-22).
"Croix Renquin", monument opgericht ter nagedachtenis aan de Belgische SAS para's die het leven lieten tijdens verkenningsopdrachten en bij de bescherming van de flanken van de 6 de Airborne. (2007-04-22).
6. Saint-Hubert
Vanaf 26 december was een eskadron Franse SAS para’s, verbonden aan de 6de Airborne, actief ten oosten van de stad. Ze moesten de bescherming verzekeren van de flanken van de Britse para’s en de verbinding met de Amerikanen van de 87ste Infantry tot stand brengen. Hiertoe zonden ze verkenningspatrouilles uit.
Gedenkteken aan Abert Guérisse. (2007-04-22).
Vooroplopend op de mannen van de 87ste Infantry Division liep een patrouille van deze Franse para’s op 11 januari de stad binnen, op zoek naar de laatste Duitsers. Daarvan namen ze er nog een twintigtal gevangen. Deze para’s lieten de Franse vlag wapperen aan het stadhuis en de gemeentelijke gezagdragers overhandigden hun uit dankbaarheid de sleutels van de stad.
7. Champlon
Na hun opmars langs de rivier “Le Bronze” trekken de Schotten van het 5de Queen Own Highlanders door Ronchamps en verjagen de Duitsers uit het dorp Mierchamps. Ze nemen vervolgens Journal in en sturen een patrouille op verkenning.
Op 14 januari 1945, in de ochtend, maakt een van deze patrouilles de verbinding met de GI’s van de 87ste Infantry Division.
Herdenkingsplaat van de "Verbinding" tussen een patrouille van het Schotse 5 de Queen Own Cameron Highlanders met een Amerikaanse van het 87 ste Infantry Division. (2007-04-22).
8. Bande
Op 11 januari verliet een patrouille para’s van het 1ste Canadian Parachute Battalion samen met een groep Belgische SAS para’s Marche-en-Famenne, en marcheerde het dorp Bande binnen. Tot hun afgrijzen ontdekten ze 34 burgers die op kerstavond gedood waren met een nekschot en achtergelaten in de kelder van een verwoeste woning. De jongste was nauwelijks 17 jaar.
Gedenkteken met de namenlijst van de slachtoffers herinnert aan deze droevige gebeurtenis. Wie de kelder bezoekt vindt er de foto's van de slachtoffers. (2007-04-22).
Enkele dagen later besliste de commandant van het 9de Battalion Parachute Regiment van de 6de Airborne als postuum eerbewijs een behoorlijke begrafenis te verzorgen voor deze ongelukkige slachthoffers van de Gestapo.
Jeroen aan het monument. (2007-04-22).
9. Marche-en-Famenne
De 84ste Infantry, waarvan de latere staatssecretaris Henri Kissinger deel uitmakte, vertrok op 21 december uit Aachen en nam stelling in tussen Marche en Hotton. Zo wou men verhinderen dat de 116de Panzer de beboste heuvelruggen die de open vlakte van Famenne beheersen zou oversteken, en daarmee de toegang tot de Maas.
Herdenkingsmonument met de gedenkplaat voor het feit dat de stad niet ingenomen werd dankzij Generaal Alexander Bolling en de moedige mannen van 84 ste Infantry Division "The Rail Splitters" die de opmars van Duitse troepen tegenhielden. (2007-04-22).
Met het oog op de tegenaanval die bepaald was op 3 januari 1945 had de 53ste Welsh Division opdracht gekregen om de eenheden van de Amerikaanse 84ste Infantry af te lossen en de voormalige Amerikaanse stellingen in te nemen. Op 4 januari, een koude dag met sneeuwstormen, lanceerde de Welshmen hun aanvallen op de as Marche-Hotton. De Beijzelde wegen maakte het voor de pantsers moeilijk om hun troepen te bevoorraden en op efficiënte wijze te ondersteunen. Ze werden sterk vertraagd in hun opmars door het heuvelachtige en beboste terrein, en ook door de kou en de sneeuw. Ze trotseerden Duitse artillerievuur, mijnenvelden en wegbarricades van omgehakte bomen. Toch slaagden de Welshmen erin om de dorpen Menil, Waharday, Rendeux en Grimbiemont te bevrijden.
Na drie dagen en drie nachten van hevige gevechten in de bossen en in de ijzige koude, telde de 53ste Welsh 105 gesneuvelden wanneer ze werden afgelost door de Schotten van de 51ste Highland.
10. Hotton
Reeds vanaf de eerste dagen van januari 1945 stuurden meerdere infanterie en pantsereenheden van het 30ste Britse Korps hun troepen in de tegenaanval in de richting van La Roche-en-Ardenne. Ze hadden als doel het terugdringen van de Duitsers en het opruimen van de sector langsheen de westelijke oever van de Ourthe en verbinding te maken met de Amerikaanse troepen.
Commonwealth Militaire Begraafplaats (2007-04-22).
11. La Roche-en-Ardenne
In de vroege morgen van 7 januari 1945, in een bittere kou en langs beijzelde wegen, verlieten de Schotten van de 51ste Highland Division hun afwachtende posities ten zuiden van Luik en begonnen zich te verplaatsen in de richting van de frontlijn tussen Marche en Hotton. Hun Opdracht: de uitgeputte Welshmen aflossen en doorstoten naar La Roche-en-Ardenne.
Nadat de dorpen Hodister, Warizy en Ronchampay bevrijd waren, op 11 januari trok het 1ste Battalion Black Watch langs de Ourthe verder naar La Roche. Voorafgegaan door een ontmijningsploeg en door enkele gepantserde verkenningsvoertuigen van de 2de Derbyshire Yeomanry, bereiken de Schotten kort voor de middag de tot puin gebombardeerde stad. Ze werden van dichtbij gevolgd door de ondersteunende pantsers van het 1ste Northamptonshire Yeomanry Regiment.
Gerard op de Tank Destroyer "Northampton" van het Britse Type "Achilles" opgedragen aan het 1ste Northamptonshire Yeomanry Regiment die de 51ste Highland Division ondersteunden. Het was de eerste pantser die binnenrolde in de voetsporen van de 1ste Black Watch. (2003-03-21).
Zodra de stad bevrijd was van de laatste Duitse bezetters en het puin geruimd was in de hoofdstraat, zetten de andere eenheden van de divisie hun weg verder door La Roche naar de dorpen Hives, Hubermont, Mierchamps, Erneuville en Ortho, die alle bevrijd werden. Zo kwam meteen ook de verbinding met de Amerikaanse troepen tot stand.
Tank Destroyer type Achilles MK10 (2023-06-18).
Museum van de Slag om de Ardennen
Er zijn meer dan 1000 m2 tentoonstellingsruimte verdeeld over drie niveaus en voorzien van een lift. De diarama’s en vitrines tonen meer dan 100 levensgrote modellen van de Amerikaanse, Britse en Duitse soldaten met hun uitrusting en bewapening. Er zijn ook enkele uniformen die door de Britse veteranen van de Slag om de Ardennen geschonken werden. Het museum toont ook persoonlijke eigendommen die op het slagveld gevonden werden. Verder zijn er zware en lichte wapens, foto’s en documenten, en een twintigtal voertuigen.
Museum van La Roche (2006-04-17).
Let op bij het binnenkomen op het schaalmodel (schaal 1/9) van het beroemde “Vliegende Fort”, de B17 bommenwerper, op de tweede verdieping, in de “Wapenzaal”, ziet men 90 geweren, pistolen en revolvers, en eveneens een exemplaar van de beroemde “Enigma” decodeermachine van Poolse oorsprong.
Gedenkteken "Roll of Honour" opgericht ter herinnering aan de 54 Schotse gesneuvelden in de Slag om de Ardennen. (2007-02-18).
© http://www.gvandeurzen.be
Bron : De slag om de Ardennnen - De wegen van de herinnering - Toerisme Wallonië
|